Na afloop van een workshop ‘op verhaal komen: je autobiografie als bron van wijsheid’ in de zomer van 2019 kwam ze bij mij. Tengere gestalte. Krachtige uitstraling. Felblauwe ogen. Grijze haren. Indringende blik. Dat ze een boek aan het schrijven was, vertelde ze. En of ik haar daarbij niet wou helpen? Ik had dat nog nooit gedaan. Maar, hé, je kent vast de spreuk van Pippi Langkous: ‘Ik heb het nog nooit gedaan, maar ik denk dat ik het wel kan.’ Ik antwoordde dat ik haar heel graag wilde helpen en al verscheidene cursussen had gevolgd, waaronder een masterclass autobiografisch schrijven, maar dat ik nog nooit iemands manuscript had gefeedbackt! Dat speelde geen rol voor haar. Ze had het gevoel dat er een klik was en dat ik wist waarover ik sprak. Fast forward naar maart 2020. De eerste twintig pagina’s van haar manuscript zitten in mijn mailbox. ‘Of ik die kon feedbacken?’ Ik nam de opdracht aan. Benieuwd naar wat ze te vertellen had. Benieuwd ook naar hoe het zou voelen om iemands manuscript te verbeteren. En weet je wat? Het voelde goed. Bijzonder goed. Ik had het gevoel echt iets te kunnen bijdragen en haar teksten naar een hoger niveau te tillen. Gegronde feedback te geven die vertrok vanuit de tekst zelf. En ook mijn ervaringen bij het lezen. Tegelijkertijd sneden haar teksten soms als messen in mijn ziel. Ze waren op sommige punten pijnlijk herkenbaar. Alsof ik via Brigitte een paar stevige wake up-calls kreeg. Ongelofelijk hoe sterk we op elkaar lijken. En ook soms helemaal niet! In de zomer volgde een tweede deel van het manuscript en een vervolg daarop in het najaar. Op 31 december 2020 kreeg ik het volledige manuscript in mijn mailbox. Ze wou graag haar deadline van ‘eind 2020’ halen. Tweehonderd pagina’s telde het. Of ik kon feedback geven? En of ik ook geen tekstje voor de achterflap kon schrijven? Zo gezegd, zo gedaan! Wat een weg had ze afgelegd! Wat een marathon gelopen. Een boek schrijven. Het is werkelijk niet niks! Ik vroeg haar of ze op papier kon zetten wat de schrijfcoaching voor haar had betekend. Een paar dagen later zat deze e-mail in mijn inbox. “Eveline was voor mij de ideale coach bij het schrijven van mijn boek. Ze doet haar werk super, super grondig! Je krijgt feedback in het algemeen en per hoofdstuk. Dit krijg je allemaal op overzichtelijke Word-documenten. Ja, ik schrijf: documenten, want ze schrijft er wel tien! Voor mij is het een luxe dat ze zelf voorstellen doet over hoe de tekst beter kan, met meer samenhang of gebalder. Ze gaf me bijvoorbeeld verschillende opties om een hoofdstuk van plaats te veranderen. Mijn tekst was te lang, dat wist ik, maar ik kon zelf moeilijk knopen doorhakken: wat kon ik weglaten, wat niet? Maar zij deed dat voor mij door opmerkingen als: dit zou ik zeker behouden. Of: dit zou ik weglaten. Daardoor nam ze mijn eigen worstelingen weg! Ze verbetert zelf spellingsfouten en schrijft waar ze kan vlottere zinnen. Ik leerde daardoor veel over mijn eigen schrijfstijl en hoe dit nog leesbaarder kan. Ze gaf me ook nog eens algemene spellingsregels mee waar ik hardnekkig tegen zondigde en verwees me naar bruikbare sites. Eveline stuurt bij vanuit haar deskundigheid (je merkt echt haar ervaring aan de talloze zinvolle bijsturingen), maar ook vanuit haar eigen intuïtie en geraakt zijn. Dat blijkt heel duidelijk uit haar opmerkingen: ‘als lezer ben ik benieuwd naar...’ of.. ‘dat vind ik wat vreemd...’ of... ‘dit vind ik een heel mooi stuk...’ of... 'Magnifiek...’ Eveline breekt nergens af, maar geeft suggesties. Haar opmerkingen of bedenkingen zijn vaak in vraagvorm gesteld. Ze klinken nooit absoluut. Ik voelde me uiteindelijk vrij of ik al dan niet op haar suggesties kon ingaan. Eveline nam ook persoonlijk contact op met mij om mijn tekst te bespreken of een uitstel van overleg te bespreken. Aarzel niet om haar diensten te vragen, ze begeleidt je liefdevol een constructief, vanuit een geloof in wat je kan.” Het spreekt voor zich dat ik ongelofelijk dankbaar ben voor deze lofrede. Het geeft me een warm gevoel als mensen iets hebben aan het werk dat ik verricht. Maar waarover dat boek dan gaat, hoor ik u denken? Wel, ik laat graag een van de resem achterflaptekstjes spreken die ik schreef. “Zoals een kanariepietje in de mijn aanvoelt dat er gevaar dreigt, zo voelt de hoogsensitieve Brigitte haarscherp aan wat er fout loopt in deze maatschappij. Ze is het slachtoffer van het te veel: te veel druk, te veel stress, te veel hollen. Een teveel dat ze in de eerste plaats zichzelf oplegde. Omdat ze zich zo graag wou conformeren aan wat ‘normaal’ is. Door een burn-out, depressie en verplichte pensionering wordt ze gedwongen om het rustiger aan te doen. Om zelfs stil te vallen. Helemaal! En dat is bijzonder moeilijk voor een gedreven en enthousiaste persoonlijkheid als Brigitte. Steeds meer ervaart ze echter dat die rust levensnoodzakelijk is. Want als ze los over haar grenzen gaat, steekt de pijn onmiddellijk weer de kop op. Haar lichaam is genadeloos. Maar wel eerlijk.” Interesse om het ook te lezen? Ik hoop uit de grond van mijn hart dat het Brigitte lukt om een uitgever voor haar boek te vinden. Met wat geluk ligt het dan in het najaar in de rekken en staan ze op de Boekenbeurs aan te schuiven zoals ze voor Jeroen Meus en Pascale Naessens in de rij staan. Dromen mag toch, hé? 😊
0 Opmerkingen
Laat een antwoord achter. |
eveliNe coppin
Geïnteresseerd in mensen. Nieuwsgierig. Enthousiast. Kritisch. Empathisch. Zin voor initiatief. Kwaliteitsvol. Journalist. Levens-verhalenschrijver. Mama. Categorieën
Alles
|