Deadlines en ik. We hebben een haat-liefdeverhouding. Ik heb ze nodig om in gang te schieten, maar vervloek ze ook, omdat ik vaak te laat actie onderneem en de ‘dode lijn’ me daardoor stress bezorgt. Terwijl het eigenlijk een feestlijn zou moeten zijn, omdat je dan werkelijk iets 'afwerkt'. Vijftien september was de deadline voor onze opdracht voor de masterclass ‘autobiografisch schrijven’. Dat wisten we al vanaf half mei. Akkoord, ik moest wachten tot een gesprek met de twee lesgevers half juli voor ik mijn pen in de inkt kon dopen. Maar pas in augustus maakte ik twee avonden vrij: een om mijn levenslijn te tekenen en een andere om een sleutelscene te schrijven.
Eenmaal aan het voorbereiden en schrijven vind ik het fijn. Het is zoals bij sporten: de grootste drempel is die van de voordeur. Al hoef je zelfs de deur niet uit om te schrijven. Maar je wel uit je luie zetel sleuren en je voor de pc zetten. Na een dagje computerwerk is dat evenwel niet mijn favoriete bezigheid. En akkoord, je kan ook met de hand schrijven. Maar dat neemt veel tijd. Enkel de voorbereidende associatie-oefeningen maakte ik op papier. En oh ja, andere excuses genoeg: te moe, groot feest voor dochter organiseren, gaan zumba’en (een gezonde geest in een gezond lichaam, ook belangrijk toch?), op reis, te warm, te veel praktische shizzle te doen. Maar misschien vermeed ik het onbewust ook wel, omdat ik niet zo veel zin had om pijnlijkere herinneringen op te halen. Die keer op kamp, bijvoorbeeld, waarin iemand van de groep waartegen ik een paar dagen daarvoor in opstand was gekomen, omdat ze geen poot uitstak – wraak neemt. Ik ben de Chinese vrijwilliger die moet meedoen in haar sketch tijdens het kampvuur. Het eindigt met een halfvolle emmer water die ik over me heen krijg gegooid. Ik weet bij God niet meer of er me toen iemand troostte. Of ik andere kleren ben gaan aandoen. Ik was toen dertien. Maar in mijn verhaal laat ik de leidster die het al eerder voor me opnam wel een troostende arm rond mijn schouder leggen. Ik zie ook in hoe moedig het was het voor mezelf én de anderen op te nemen. Tegen de miss popular van de groep en plus! Hoe ik – nog altijd – niet tegen onrechtvaardigheid kan. En dat ik toen aan den lijve ervoer hoe belangrijk het is dat iemand je een stem geeft. Als leidster en animator later heb ik het altijd voor de minder mondige, meer introverte kinderen opgenomen. Altijd. Ja, het doet pijn om over dat voorval te schrijven. Want als je het goed wil beschrijven, moet je er helemaal induiken. Dat wil zeggen: de kwaadheid en het verdriet voelen. Maar tegelijkertijd is het ook helend en helpt het om het te relativeren. Maar er komen niet alleen pijnlijke scènes aan bod. Ook plezante scènes, bijvoorbeeld hoe ik Philippe leerde kennen en uit mijn studententijd in Leuven. Ongelofelijk hoeveel je vergeet. En dat na amper vijftien jaar: namen van fuifzalen, straten, vrienden met wie je naar een bepaalde fuif ging en welke muziek er klonk, wat je het liefste dronk, wanneer en hoelang je samen was met je toenmalig lief, welke vakken je had en wie die gaf. Hoe meer ik schreef, hoe vlotter het ging. De juiste emotie vinden en zoeken hoe dat uiterlijk zichtbaar zou geweest zijn. Ik begin in te zien dat een literair boek schrijven écht geen makkie is. Dat het moeilijk is om je lezers te laten voelen wat jij wilt dat ze voelen en om alles zo te schrijven dat ze alles voor zich kunnen zien. Om niet te veel, maar ook niet te weinig te schrijven. Om interessante details erin te plaatsen en andere te schrappen. Schrijven. Het is een kunst. Een vak apart. Daarom. Hoed af voor alle literaire schrijvers! ps voor de nieuwsgierigen: uiteindelijk kwam alles (bijna) op tijd goed. Vier daagjes na de deadline, maar nog ruim op tijd voor de lesgevers én medecursisten om mijn avonturen te lezen.
0 Opmerkingen
|
eveliNe coppin
Geïnteresseerd in mensen. Nieuwsgierig. Enthousiast. Kritisch. Empathisch. Zin voor initiatief. Kwaliteitsvol. Journalist. Levens-verhalenschrijver. Mama. Categorieën
Alles
|