Ik typ de namen van enkele vriendinnen in op LinkedIn en Facebook. Wat doen ze professioneel? Hebben ze kinderen? Zijn ze getrouwd? Hoe zien ze eruit? Zien ze er gelukkig uit? Het zijn vriendinnen van vroeger. Van toen ik aan de universiteit studeerde. Vriendinnen waarvan ik toen dacht dat ze best friends forever waren. Niet dus. Op twee na dan. Die toch friends zijn gebleven. Met hen spreek ik soms nog af. Door over hen te schrijven, besefte ik dat het lang geleden was dat ik één van hen heb gezien en stuurde ik een sms’je om te horen hoe het gaat en hopelijk binnenkort weer eens af te spreken. Terug naar vroeger. Er waren er al voortekenen in de licentiaatsjaren dat de forever in best friends forever wel wat overdreven zou zijn. Onze interesses begonnen steeds verder uit mekaar te liggen en we zagen elkaar steeds minder. Ik sloot beter aan bij de mensen van mijn kot. Zij … nou ja, bij elkaar. Of zo leek het althans toen voor mij. Al weet ik nu wel beter. Heel af en toe denk ik wel nog eens aan hen. Als ik iemand ontmoet die dezelfde voornaam draagt, bijvoorbeeld.
Dat ik nu effectief opsnor wat hun professionele en andere bezigheden zijn, heeft te maken met de verhalen die ik aan het schrijven ben voor de masterclass ‘autobiografisch schrijven”. Het zijn verhalen die samen mijn levensverhaal vormen. Of een levensverhaal. Want er zijn veel ‘levensverhalen’ te schrijven. Om focus te houden, vertrok ik van een “premisse”. Dat is een rode draad waar je je verhalen aan ophangt. Alsof je verschillende kledingstukken met wasknijpers aan een wasdraad ophangt. Ze ‘hangen’ elk op zich, maar toch zijn ze met elkaar verweven. Het is een heel werk. Die verhalen laten opborrelen. En schrijven. Want hoe zou die persoon dat twintig jaar geleden hebben gezegd? Dat weet je niet meer letterlijk uit het hoofd. Maar de “tone of voice” wel nog ergens. Welk taalgebruik hanteerde die: veel of weinig dialect, plechtig of eerder informeel, veel ‘moeilijke’ woorden of niet, weinig of veel anderstalige woorden, weinig of veel woorden nodig om iets te zeggen. Welke impact die woorden op jou hadden, kun je vaak wel achterhalen. En ook hoe die persoon zich gedroeg (keek, bewoog, …) toen die iets zei, haal je je nog wel voor de geest. Of ongeveer. Net als zijn manier van zijn. Eerder zenuwachtig of rustig? Introvert of extravert? Direct of indirect? Het is niet alleen een werk dat tijd vraagt. Het is ook emotioneel werk. Want om het verhaal te kunnen schrijven, moet je je zo goed mogelijk in dat moment proberen in te leven. En daar horen ook de emoties bij van toen. Van afwijzing en verdriet over ontgoocheling en frustratie tot intense blijdschap. Ik sta ook versteld van de verbanden die ik vroeger nooit had gezien. Bijvoorbeeld dat mijn angst om ontslaan te worden bij een organisatie gelinkt was aan een onvoorzien ontslag bij het bedrijf ervoor. Lijkt superlogisch, maar ik had dat verband nog niet zo duidelijk gezien. Of dat mijn ‘oranje’ treinwagon (groen was ‘heel goed’) in het eerste leerjaar misschien wel onbewust de motor is geweest om heel goed mijn best te doen in al de ‘studie’-jaren nadien. Ik zie ook in dat een bepaald ‘verlies’ wel een ‘win’ ergens anders meebrengt. Stoppen met de chiro betekende tijd om me te engageren als animator voor taalkampen. Minder tijd doorbrengen met het vriendinnengroepje van de unief betekende meer tijd met mijn kotgenoten. Je levensverhaal schrijven is dus een emotioneel werk waar tijd inkruipt. Eenmaal ik aan het schrijven was, vloog de tijd vooruit. Ik kreeg ingevingen hoe ik de spanningsboog in mijn verhaal nog beter kon maken. Er kwamen herinneringen naar boven die ik al lang vergeten was, maar die perfect in mijn verhaal pasten. Er kwam spontaan een gedichtje opborrelen. Terwijl ik een stukje aan het herlezen was, dacht ik aan een detail dat een ander verhaal nog sterker kon maken. Of ik zag een link tussen twee verhalen en liet een element terugkomen. Het is zo’n heerlijk creatief proces. Spannend. En verrassend. Je moet het doen om het te kunnen ervaren. Morgen lever ik het verhaal in. Twee verhalen van andere deelnemers van de masterclass liggen al op mij te wachten om gelezen en gefeedbackt te worden. Ik kan bijna niet wachten. Maar nu nog even focussen op dat van mij. Mijn levensverhaal schrijven voelt écht aan als een voorrecht. Iets dat ik mag doen. Waar ik niet alleen mezelf, maar later ook mijn kinderen en hopelijk later kleinkinderen en hun kinderen blij mee kan maken. Want er staat onder meer in hoe ik hun papa ontmoette, hoe het was om te bevallen van mijn eerste dochter, hoe ik met mijn ouders in gesprek ging over hun groeifeest. En nee, mijn levensverhaal zal niet meteen van de persen rollen. Is het niet interessant genoeg? Tuurlijk wel! Ook al maakte ik – gelukkig – geen grote trauma’s mee. Kunnen anderen er iets uit leren? Uiteraard. Maar toch hou ik deze verhalen nog veilig bij mij. Het is te vroeg om ze met de wereld te delen. Maar wie weet, ooit, op een dag, voel ik dat het moment daar is om dat wel te doen en dan zal ik niet twijfelen. To be continued dus … of niet. 😊
1 Opmerking
|
eveliNe coppin
Geïnteresseerd in mensen. Nieuwsgierig. Enthousiast. Kritisch. Empathisch. Zin voor initiatief. Kwaliteitsvol. Journalist. Levens-verhalenschrijver. Mama. Categorieën
Alles
|